Opwekking 666 ontleed
Er is de afgelopen dagen veel gediscussieerd over Opwekkingsliederen in het algemeen en nummer 666 in het bijzonder. We vinden deze reflectie over wat we in kerkelijke gemeenschappen zingen en wat ‘aanbidding’ wel of niet is waardevol. Dit gesprek kan in de reactiesectie worden voortgezet, maar redactioneel sluiten we het 666-hoofdstuk nu af. Tekstschrijver Jake krijgt het laatste woord met een interessante bijdrage over de symboliek in het eerste couplet en refrein van Opwekking 666.
PS: In sommige fora op internet is gesuggereerd dat Goedgelovig.nl een vete met Stichting Opwekking zou hebben. Daar is bij ons niets van bekend. Goedgelovig.nl is geen platform om eventuele vetes uit te vechten. We beoordelen bijdragen puur op inhoudelijke kwaliteit en toegevoegde waarde.
OPWEKKING 666: EEN REACTIE
Door: Jake Brussaard
Gesloten ogen zeggen veel. Ze spreken van angst, twijfel, moeite en soms zelfs van schaamte. Hoewel dit geen populaire woorden zijn in de nieuwste aanvullingen van de Opwekkingsbundel, want ‘overvloedig is de vreugde die U als een vriend aan mij geeft’ (660) en ‘Winter en zomer, bergen en stromen fluisteren zacht zijn naam’ (664), om nog maar te zwijgen van ‘Oooh’(667), lijken deze begrippen wel ‘de gevoeligheid in het land’ weer te geven waar het verontschuldigende stukje tekst van Opwekking 666 het gat opvult tussen de profetische geluiden uit ‘Ooit komt er een dag’ en ‘Hoor het geluid van volken die God aanbidden’ van respectievelijk opwekkingsnummers 665 en 667.
Kan de plaatsing van een niet minder realistisch en bijbels onderbouwde, maar minder rooskleurige toekomstverwachting dan op zoveel onbegrip stuiten dat reacties worden gegoten in een veroordelend kader waarvan termen als ‘gefrustreerde kerkverlater’ en ‘ongedoopt in de Heilige Geest’ de omlijsting vormen? Is, zonder zelfs heel diep te hoeven graven in eschatologische studies, een eindtijd waarin verdrukking en stigmatisering van de kerk plaatsvinden, dan zo ondenkbaar? De zelfzekerheid en vreugde die zo overvloedig van de gele blaadjes druipt lijkt dan plots in een schril contrast te staan met de angst en schaamte voor een eenvoudig getal dat toevallig uit drie zessen bestaat.
Komt het doordat deze kerk enkel gebouwd wordt diep in harten (opwekking 649) in plaats van zich ook gefundeerd te weten op rotsvaste zekerheid, dat een instantie die verantwoordelijkheid draagt voor de liturgische invulling van een grote groep gelovigen plots alleen komt te staan, overgeleverd aan een ‘gevoeligheid’ waarop het geen beter antwoord kan geven dan het in leven roepen van een nieuw ‘taboe’? Is dit wat de grote inspirator van de Opwekkingsbundel heeft bedoeld wanneer hij schreef: ‘Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij vielen. Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er en een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten (Psalm 27:2-3)’? Spreekt het omgaan met de kwestie 666 niet eerder van een bevreesd hart en een schichtig gevoel van onveiligheid waar elk vijandig leger in zijn vuistje om moet lachen? ‘Sta niet toe dat ze zich om mij vermaken, laat hun niet kunnen denken: Dit is wat we wilden’ (Psalm 35:24b-25a).
Het gat dat Stichting Opwekking heeft achtergelaten was meer dan het ontbreken van een nummer. Het dreigde de kuil te worden waar de ene blinde de andere in begeleidt (Mat. 15:14). Het was de iris van angst en twijfel die in de ogen moest worden gekeken, maar in plaats daarvan sloot Opwekking zelf de ogen.
Er zitten verschillende stijlfiguren en knipogen in de tekst. Ik licht er een paar uit.
Achterstevoren kun je het horen,
dat ene nummer daarginds.
Naast de vormelijke knipoog naar Johannes de Heer nr. 836 en opwekking 90 door het woord ‘daarginds’ is er de verwijzing naar het feit dat zowel het woord ‘zes zes zes’ als het getal 666 een palindroom zijn. Tegelijkertijd blijft de concrete invulling van dat nummer in het liedje nog onbekend. De verwachting dat een invulling van dat nummer gegeven zal worden wordt in deze eerste zin gecreëerd. Maar, hoewel iedereen weet om welk getal het gaat, komt het getal zelf in het hele lied niet voor. Hierdoor wordt een beroep gedaan op het inzicht en de creativiteit van de lezer om zelf op zoek te gaan naar dat nummer. Hier komt het aan op wijsheid. Er is een knipoog naar ‘het achterstevoren draaien van liedjes om zo geheime boodschappen te ontdekken’.
Staat het verloren tussen je oren?
Hef je linkerhand nu op!
Dit is een verwijzing naar het bijbelvers dat in de hele kwestie 666 de belangrijkste plaats inneemt: Openbaring 13:18, ‘Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.’ Van dit getal wordt beweerd dat het te vinden zal zijn op voorhoofden en rechterhanden: Openb. 13:16, ‘Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd.’ Vandaar de vraag of het verloren staat tussen je oren, en de opdracht om niet de rechter, maar de linkerhand op te heffen.
Ook hier is er een knipoog te ontdekken in het typische patroon van een vraag: ‘Staat het verloren?’ die beantwoord wordt met een opdracht: ‘Hef je linkerhand nu op!’, dat in de andere strofen van het lied terugkomt en herkenbaar is van veel andere Opwekkingsliedjes zoals Opwekking 606: ‘O, hart vol zorg, wat drukt je neer? Is het de last die je opneemt telkens weer?’ (vraag) ‘Geef hem je lasten, want Hij is trouw.’ (opdracht) Of Opwekking 413, ‘Hoe kom ik van zonden vrij?’ (vraag) ‘Leid mij naar het kruis van Jezus’ (antwoord).
Het ‘verloren’ staan is een duidelijke stijlfiguur voor ‘geschreven’ of ‘gedrukt’ staan. Heel veel interpretaties van Openbaring 13:16 interpreteren dit ‘zetten’ als ‘schrijven’ of ‘bekladden’ terwijl het verwijst naar het Griekse ‘dósé‘ wat beter vertaald kan worden met ‘aanbrengen’ of ‘geven’. Toch kiest men in veel visualisaties van dit gegeven voor een duidelijk ‘schrijven’ en de met stift bekladde voorhoofden in het clipje van Opwekking 666 proberen ook daar, juist in het overdrijven ervan, aan te geven dat een dergelijk voorgesteld scenario in veel populaire ‘rapture thrillers’ op die manier meer gebaseerd is op menselijk fantasieën dan op wat er in Openbaring over gezegd wordt. Het ‘verloren’ staan is dus niet alleen een stijlfiguur, het probeert de oorspronkelijke tekst goed te interpreteren.
Tot slot mogen we niet vergeten te kijken naar de toespeling die de opdracht ‘Hef je linkerhand nu op!’ maakt op een lange lijst Opwekkingsliedjes waarin men wordt aangespoord om de handen op te heffen. Terwijl dit vaak een collectief gebeuren beoogt, is er hier gekozen voor een tweede persoon enkelvoud: ‘hef je linkerhand op’. Zo loopt het lied schertsend vooruit op de toenemende tendens van individualiteit en banaliteit in de hedendaagse aanbiddingsliederen. Trouwens, de verwijzing hier naar het gezegde ‘het zit tussen je oren’, waarmee bedoeld wordt dat veel van de leeuwen en beren die we zien eerder psychologisch zijn en dat het in werkelijkheid allemaal wel meevalt, is moeilijk te missen.
Zing een liefdeslied, zing een liefdeslied,
Dan komt de lezer aan het refrein. Wordt hij hier onmiddellijk geconfronteerd met een schijnbare wending? Wat heeft een genre ‘liefdesliederen’ te maken met Opwekkingsliederen? Hiervoor gaan we naar de psalmen, en zien daar dat een aantal ervan oorspronkelijk ook geschreven werd als ‘liefdesliederen’. Een voorbeeld hiervan is Psalm 46. ‘Liefdeslied’ is in dit geval dus niet meer dan een stijlfiguur voor ‘psalm’ of ‘aanbiddingslied’. De herhaling van deze opdracht is een gegeven dat men aan het gele papier wel kan toevertrouwen. Tevens komt het bevel om een lied te zingen een geoefende opwekkingsliedzinger en/of bijbellezer heel bekend voor.
Ruil je lofgewaad in voor een rouwkleed.
In eerste instantie denkt men bij deze regel aan een omdraaien van de woorden zoals die in Opwekking 603 klinken: ‘Ruil je rouwkleed in voor een lofgewaad’, een knipoog die dan ook onmiskenbaar aanwezig is. Terwijl Opwekking 603 zich baseerde op Jesaja 61:3, verliest het waardevolle waarschuwingen in hetzelfde bijbelboek uit het oog: ‘Beef, jullie zorgelozen, sidder, jullie die vol vertrouwen zijn. Kleed je uit tot op het naakte lijf en trek een rouwkleed aan.’ (Jesaja 32:11). Het schijnbare zelfvertrouwen dat hier door de profeet letterlijk wordt ontmanteld en in sidderen vertaald wordt, doet denken aan het contrast tussen de zorgeloosheid die de hoopvolle liederen uit Opwekking uitstralen enerzijds, en de hopeloosheid die wordt geproefd in het nemen van bijvoorbeeld een beslissing omtrent het nummer 666, anderzijds.
Kopen kan je het niet, kopen kan je het niet,
Huil en zing met ons om dit leed.
Het is onterecht te denken dat ‘kopen kan je het niet’ een verwijzing is naar het liedje ‘Je kunt het niet kopen met je geld’. Waar deze zin in werkelijkheid op zinspeelt is Openbaring 13:17. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Vandaar dus ook dat er beroep zal moeten worden gedaan op ‘ruilhandel’, hetgeen voorafgaand vers ‘Ruil je lofgewaad’ nog eens verduidelijkt. Dezelfde ruimte die in veel psalmen en ook bijvoorbeeld in een boek als Job wordt gegeven om stil te staan bij verdrietige gevoelens zoals die in de eindtijd steeds meer op de christen zullen afkomen, wordt geboden in de laatste regel van het refrein: ‘Huil en zing met ons om dit leed.’ Toch schuilt er in het ‘ons’, door de solidariteit en samenhorigheid, een vonk van hoop.
Hier laat ik het even bij. Voor wie trouwens ook maar over één van de liedjes uit de nieuwste toevoeging van Opwekking evenveel zinnigs kan schrijven dan ik nu net deed over de eerste acht regels van Opwekking 666, zal ik de rest van het lied ook nog ontrafelen. Misschien dat de lezer dan zal opvallen waarom er geen praatjes meer verkocht kunnen worden, en de vreugdeolie in een steeg gedeald wordt. Of, om een tipje van de sluier en het trouwkleed op te lichten, dat het lied een waarschuwing is voor jongeren om geen ongelijk span te vormen.
Tot slot nog dit… Weet je wat het geven van een knipoog en het ontvangen van een knipoog gemeenschappelijk hebben? Het is allebei onmogelijk voor iemand die zijn ogen dicht heeft gedaan. Om te knipogen moet je je ogen open houden. Men zegt wel eens: ‘In het rijk der blinden is éénoog koning.’ Maar als zelfs deze koning zijn laatste oog sluit, wie zal dan de knipoog zien?
15 Reacties op “Opwekking 666 ontleed”
Trackbacks / Pingbacks
- 17 juli, 2008 -
Leuk om te toelichting van de maker te lezen.
Draaide Kees Goedhart vroeger ook plaatjes achteruit? Net als Rouvoet? Waar moet dit heen met de gristelijke wereld…
Diep zeg dit….
Maar ja aanbidding..
God is of heel hoog (armen heel hoog omhoog)
Of heel laag, (hoofd omlaag of op je knieen)
Geweldige uitleg… ‘k Had graag ook de rest gelezen…, maar ja, ik behoor niet tot de gelukkigen die in staat is om ook maar over één opwekkingsliedje iets zinnigs te zeggen 😦
@Vleertje; Niet heel hoog en niet heel laag is God, maar gewoon in ons midden! Zie lied 323 in het LvdK.
dat van die streepjescode is toch wel opvallend, niet?
Waar maken we ons eigenlijk druk om? Om één opwekkings nummer?
Terwijl Jezus toch ons iets heel anders vraagd. Namelijk om het evangelie te verspreiden! En aangezien dat dat werk nog niet klaar is, moet je niet beginnen met iets andrs! Laten we maar eerst zien dat we dat kunne!:)!
Echt jammer zoiets dames en heren.
Stichting Opwekking was VOOR een nummer 666, zeker NIET tegen. Het was een deel van de christelijke kerk die tegen was, niet hun. Helaas is niet elke kerk blij met een 666 nummer, maar was dit eerst niet een christelijk getal in plaats van onchristelijk!! Kom op jongens, om er nu zo’n ophef over te maken tegen Stichting Opwekking!?! Laten we vrienden van elkaar blijven en niet elkaar onderuit halen! Vriendelijk Groet!
P.s. lees gelieve wat er bij het nummer geschreven staat “Wegens grote ophef in het land…” Dus niet hun, maar een klein deel van de maatschappij!! Ze wilden iedereen te vriend houden en moet dat dan zo afgestraft worden?? Nogmaals, een beetje jammer!
@ Nils: dat is een typisch staaltje van afschuiven van verantwoordelijkheid en omkeren van de redenatie. ‘Grote ophef in het land’? Ik ben nog niemand tegengekomen die werkelijk begrip heeft voor het besluit van Stichting Opwekking. Wel (terecht) veel kritiek in de media. Opwekking had haar rug recht moeten houden en leiderschap moeten tonen. Iedereen te vriend willen houden is bepaald geen deugd. Oftewel: 666 hoort gewoon in de bundel, en ik ben maar wat blij dat GG nu met een ludiek alternatief is gekomen.
@Nils
Kom op hé, het is niet tegen Stichting Opwekking gericht. Er wordt gewoon een kritische “waarom” vraag gesteld, wel met veel creativiteit overigens!
In een verder verleden hebben christenen (ook gristenen) gezongen uit andere liedbundels waarin wel gewoon een nummer 666 is opgenomen.
We zingen lied 666
De Opwekkingsbundel mag dan lied 666 hebben overgeslagen, in verschillende andere liedbundels komen liederen met dit nummer gewoon voor.
– De liedbundel van Johannes de Heer heeft op 666 het bekende lied ‘Laat m’ in u blijven groeien bloeien’, staan, dat overigens ook voorkomt in het Liedboek voor de Kerken.
– In de bundel Zingt Jubilate , uitgegeven door de Rooms-Katholieke Kerk in België, staat op plaats 666 een lied van de Nederlander Huub Oosterhuis, dat gaat over het huwelijk: ,,God die in het begin uit aarde, naar zijn beeld, de mensen voor elkaars geluk geschapen heeft, Hij doet u samen zijn.”
– Ook in de Schotse kerkbundel Scottish Psalter and Church Hymnary staat op plaats 666 gewoon een lied over Jezus: ,,Jezus, hoog in glorie, luistert u naar ons als wij ons voor u buigen.”
– In het Hymn Book van de Anglicaanse Kerk in Canada evenmin verwijzingen naar de duivel in lied 666. In plaats daarvan een lied over naar de hemel gaan. ,,Ik ben dichter bij huis dan ooit tevoren.”
Bron: Nederlands Dagblad 28 maart 2007
Ze hadden ook iets kunnen doen met: Elke knie zal zich buigen en elke tong zal belijden dat Jezus Hij is Heer of zoiets.
@Nick
Satan is een uitvinding van het christendom. Ze mogen ‘m houden 😉
@Tau,
Je weet veel van een hoop dingen, maar van het christendom heb je echt weinig verstand. De satan is een ‘uitvinding’ van het Jodendom. zie bv. Job 1:6
@ bengel
Als ik jou was, zou ik wat voorzichtiger zijn met je beschuldigingen. Ten eerste is Tau Jabir erg intelligent en ten tweede een groot kenner van het Jodendom… Ik wens je dus veel sterkte toe in je discussie met hem! 😉
Care Bengel,
Etymologisch bekeken heb je volkomen gelijk. Maar ik bedoelde natuurlijk het begrip van dat woord, dat in het Christendom (en ook de Islam) werkelijk heel anders is. Het Christendom zou niet zonder Satan kunnen.